Vrijdag 15 mei 2015

Daar lig je dan: klaarwakker ... in een tent ... ‪#‎kamperenmetguidoendejongens‬ ‪#‎inhetverrehattem‬.

Dit bericht postte ik afgelopen donderdagavond om 22.51 uur op Facebook. Het is een post die voor veel reacties heeft gezorgd en dat verbaast me niks. Ik ga uitleggen hoe het zover is gekomen dat wij zijn gaan kamperen, want de aanloop er naartoe schept wat duidelijkheid over hoe dit hele avontuur is ontstaan.

Op een dag wordt Guido wakker met de mededeling: "Het lijkt mij echt fantastisch om binnenkort een keer met Daan te gaan kamperen. Gewoon 1 nachtje voor de leukigheid." Ik kijk hem enigszins verbaasd aan en reageer niet echt. We hebben het er niet echt meer over en de plannen lijken te verdwijnen in de spreekwoordelijke ijskast.

Tot vorige week. Guido is serieus op zoek naar een tent voor 4! personen, zodat we binnenkort een keertje een nachtje kunnen kamperen. Gewoon omdat het leuk is en omdat hij er vroeger ook zo van heeft genoten. Ter info: Guido trok in zijn jongere jaren met een groep vrienden door Frankrijk met een enorme rugzak met daarin zijn gehele uitrusting. Hij ging dan pakweg drie weken trekken door het land en sliep elke nacht in een tentje dat ongeveer een meter hoog was. Ik heb trouwens een aantal keer in dit bewuste tentje geslapen (we trokken ook door Frankrijk en dit tentje was ons 'overnachtingstentje) en ik werd helemaal gek! Zo klein, zo laag en zo warm...

Guido is dus serieus op zoek naar een gezinstent en laat me enkele exemplaren gezien. Ik krijg het lichtelijk benauwd bij het idee dat hij echt overweegt om binnenkort met ons gezin te gaan kamperen. Een dag later bestelt hij een tent via internet die de dag daarna netjes aan de deur wordt bezorgd. Het is dan dinsdag voor de Hemelvaart.

Het is woensdag. Ik kom terug uit mijn werk met 60 na te kijken examens van mijn leerlingen en Guido oppert dat hij het erg leuk zou vinden om morgen een nachtje te gaan kamperen. Ik hoef niet mee; hij wil ook wel alleen met Daan. Hij heeft een camping gezien in Hattem en dat lijkt hem fantastisch. Ik maak een begin met het nakijkwerk en ik kan een flinke slag slaan. 's Avonds bespreken we samen dat ik me niet wil laten kennen en ook wel meega naar de camping. Met frisse tegenmoed ga ik slapen, maar dat laat ik niet merken.

Ik word wakker en ik heb het voorrecht dat ik kan uitslapen. Guido en de jongens zijn al beneden. Even lijken de plannen niet door te gaan, want onze oudste is nogal humeurig en maakt ruzie met Bram, maar ook met Guido. Gevolg: drie mannen met de bokkenpruik op. Ik denk: dat is mooi! Dan hoef ik niet te kamperen... Helaas gaat die vlieger niet op. De sfeer wordt gezelliger, Daan en Guido maken het goed en Bram accepteert de welgemeende excuses van zijn broer. Om 12.00 uur besluiten Guido en Daan op zoek te gaan naar luchtbedden, slaapzakken en een gasbrander, zodat we vanavond op de camping macaroni kunnen koken. Er zijn enkele winkels open die kunnen voldoen aan de vraag van Guido. Ik was al bang dat de plannen niet door zouden gaan...

Rond een uur of twee komen de mannen terug met de benodigde spullen. Guido heeft een tweepersoons luchtbed gekocht (we hadden al twee enkele thuis op zolder), heeft zich vier slaapzakken laten aansmeren die voldoende warmte moeten bieden (later blijkt dat dat nogal tegenvalt...) en hij is de trotse bezitter van twee gasflesjes met een brander. We kunnen gaan!

Rond een uur of drie rijden we het terrein van de camping op en, eerlijk is eerlijk, het is een leuke camping. We krijgen een mooie plek en zetten de tent op. Hij komt vers uit de verpakking en gelukkig lukt het zonder ruzie om de tent mooi op te zetten. De jongens spelen op het veld, Guido speelt mee en ik richt de tent in. Kampeerders zoals we zijn, sluiten we ons elektrische pompje aan op het stroomnet. We komen tot de conclusie dat dat niet lukt (lees: je hebt een campingstekker nodig, maar daar hebben we natuurlijk niet aan gedacht). We tappen stroom van de buren, blazen de bedden op (die niet blijken te passen in de tent) en rollen de slaapzakken uit.

Het is etenstijd. We willen de macaroni gaan maken, maar hebben geen lucifers. Guido wil niet weer gaan lenen bij de buurman, dus we gaan patat eten in het centrum van Hattem. Ook gezellig! De jongens zijn moe en geven aan dat ze wel willen slapen. Ze kruipen de tent in, vinden het wel een beetje spannend allemaal, maar vallen na ongeveer twee uur, lief in slaap. We zitten enthousiast voor de tent met een glaasje cola, maar dat blijkt toch wat frisjes te zijn. Dan maar naar bed.

De jongens liggen prinsheerlijk op het tweepersoons luchtbed, ik plof op het enkele luchtbed en Guido krult zich om de jongens heen. Het andere luchtbed past echt niet... Ik luister naar de vogels, het zachte gesnurk van de jongens en hoor op de achtergrond de auto's razen over de A28. Ik kom tot de conclusie dat kamperen toch wel iets idyllisch heeft. Dan is het bijna 23.00 uur. Guido slaapt ook en ik lig klaarwakker in de tent. Ik heb het koud en kan niet slapen. Ik besluit dit te delen met 'mijn vrienden'. De reacties zijn niet van de lucht! Ze zijn wel te begrijpen, want op elke verjaardag, elk feestje of elke barbecue verkondigt de familie Ruijsch dat we echt noooooit gaan kamperen. En daar liggen we dan: in een tent op hemelsbreed drie kilometer van ons huis in de stervende kou.

Uiteindelijk val ik wel in slaap. Zo rond half zes wordt Bram wakker. Het arme mannetje heeft het zo koud! Zijn lippen zijn blauw, zijn hoofdje ijskoud en zijn vingertjes half bevroren. Hij zet een keel op, roept dat hij het koud heeft en maakt de rest van zijn reisgezelschap wakker. Ongeveer een half uur later zijn de mannen in de kleren, zijn ze wezen springen op de trampoline en zijn ze van de glijbaan geweest. Het is een enthousiast begin van de dag, maar na een halfuur spelen, zijn ze moe, koud en mopperig. Ik schiet in de kleren en we besluiten om naar huis te gaan. We zijn immers zo dichtbij... Om half zeven zijn we thuis. De jongens warmen op en duiken voor de tv en ik duik nog even mijn bed in. Ik ben kapot!

Mijn drie toppers komen me een paar uurtjes later een lief ontbijtje brengen. Ik ben ontroerd. Als ik beneden kom, zie ik drie vrolijke gezichten. "We gaan zo terug naar de camping. Dan kunnen we de tent ophalen en kunnen de jongens nog wat spelen." Ik vind het goed! We komen aan op de camping en worden vrolijk ontvangen door de buren. Ze beamen dat het een enorm koude nacht is geweest (dat hebben wij weer...). Ze vinden het knap dat we zijn gaan kamperen met twee jonge kinderen, want dat durft niet iedereen (dat is dan wel weer lief). We rijden rond 11.00 uur weg van de camping met een goed gevoel. Guido: "Dit is wel een camping waar ik nog een keer naar terug wil." Ik kijk hem aan en denk alleen maar: Je bent een schatje. Want, Guido's intentie van het kamperen is altijd geweest dat het een bijzondere ervaring voor de jongens moet zijn. Zo dicht bij je ouders, zo'n veilig gevoel en een gevoel van verbondenheid met elkaar. Ik denk dat de jongens het inderdaad niet meer vergeten, want Daan wil nog wel een keer. Wie weet... Maar dan moet het 's nachts wel wat warmer zijn.

 

Laat een bericht achter - aantal berichten: 0



Bent u de eerste die reageert?



Laat een bericht achter

naam
e-mail
website
bericht
Schrijf negen in cijfers: