De volgende morgen wordt Ann wakker. Ze heeft knallende koppijn en heeft het gevoel dat ze nauwelijks een oog heeft dichtgedaan. Ze kijkt naast zich, maar de andere kant van het bed is leeg. Ze ziet in een flits dat het al halftien is en besluit dat het tijd is om op te staan. Ze gooit haar benen uit bed, probeert op te staan, maar moet zich vasthouden een het nachtkastje. Ze besluit eerst eens twee aspirines te nemen en daarna voorzichtig de trap af te lopen. De geur van afbakbroodjes komt haar tegemoet. [...]
lees verder →
Ann staat in een warme keuken tomaatjes te snijden die bestemd zijn voor een zomerse salade die ze aan het maken is. Ze heeft besloten dat er vandaag wordt gebarbecued, aangezien het een warme zomeravond is en ze geen zin heeft om in lang in de keuken te staan. De kinderen zijn het met haar eens en zijn aan het helpen om fruitspiesjes met marshmallows te maken voor op de barbecue. Jannah is nog altijd mopperig en snauwt Isa af als ze het volgens haar niet goed doet. Isa zet het op een brullen en houdt zich [...]
lees verder →
Ann ligt heerlijk op de bank en dommelt af en toe weg. Ze besluit aan haar vermoeidheid toe te geven, nestelt zich lekker op de bank en sluit haar ogen. Na ongeveer drie kwartier schrikt ze abrupt wakker, omdat de telefoon gaat. Ze schiet rechtop, loopt naar het dressoir en neemt de telefoon op.
‘Hallo, met Ann van Brinkhorst.’ Aan de andere kant van de lijn blijft het even stil als vervolgens een vriendelijke stem vraagt of Marc misschien ook thuis is.
‘Met wie spreek ik?’ vraagt Ann beleefd.
“Oh, [...]
lees verder →
Ann steekt de sleutel in de voordeur, draait hem een keer rechtsom, voelt de klik, trekt de deur lichtjes naar haar toe en opent de deur. Warm zonlicht schijnt vriendelijk de lichte hal binnen. Kleine stofdeeltjes dwarrelen door de lucht. De geur van schone was prikkelt haar neus. Ze snuift flink en inhaleert de heerlijke lucht van fris gewassen kleding. Ze bukt, grist de post van de deurmat, werpt een vlugge blik door de poststukken en loopt de woonkamer binnen. Een strakke, maar ook gezellige [...]
lees verder →
In een donkere ruimte wordt ze wakker. Omdat ze nauwelijks wat ziet, kan ze niet definiëren in wat voor ruimte ze zich bevindt. Ze zit vastgebonden op een stoel; haar handen op haar rug. Het doet pijn en de touwen snijden in haar ranke polsen. Ze probeert te wrikken en te draaien met haar handen, maar er is geen beweging in te krijgen. Ze kijkt rond, maar ziet niks wat ze herkent. Inmiddels komt ze tot de conclusie dat ze vastgebonden zit - op een stoel, in een donkere ruimte zit - volledig tegen haar zin. Ze [...]
lees verder →
Nagelbijtend zit ik in de wachtkamer op een smalle bank. Ik ben nerveus en mijn hart maakt steeds een sprongetje als de deur van de behandelkamer zich opent. De drie keer dat dit het afgelopen halfuur gebeurde, werd een ander dan ik uitgenodigd de ruimte te betreden. Ik probeer geduldig af te wachten, maar merk dat ik vanbinnen ongeduldiger word. Mijn handen voelen klam. Zweetdruppels sijpelen op mijn rug naar beneden en mijn mond voelt droog. Inwendig vloek ik een keer en ik vraag me af waarom dit zo vreselijk [...]
lees verder →
Als ze weer ontwaakt hoort ze de drie mannen in de verte praten. Ze kan niet horen wat ze zeggen, maar aan hun drukke gepraat kan ze wel opmaken dat ze bepaald niet blij zijn. Haar hoofdpijn is vreselijk en de misselijkheid is niet minder geworden. Ze opent haar ogen, maar de allervernietigende hoofdpijn zorgt ervoor dat elk streepje licht als een mokerslag aanvoelt op haar hoofd. Ze hoopt dat dit een boze droom is en dat ze zo ontwaakt in haar eigen warme bed. Helaas is dat niet het geval; ze zit nog [...]
lees verder →
De twee mannen komen de ruimte weer binnen. Ze wordt losgemaakt en krijgt het bevel te gaan staan. Ze wrijft over haar polsen die diepe striemen vertonen door het snijdende touw. Haar benen zijn slap en ze kan met moeite recht blijven staan. De man met het donkere haar pakt haar stevig vast en sleept haar mee naar een andere ruimte. Hij doet dat niet bepaald voorzichtig en ze voelt zijn handen venijnig draaien in haar bovenarmen.
Ze komt in een nieuwe ruimte waar wel licht brandt. Ze knijpt haar ogen [...]
lees verder →
Ze krijgt kriebels in de buik bij het zien van Hans. Hij is flink ouder geworden en heeft een donkere stoppelbaard. Zijn dikke zwarte haar is kortgeknipt en wordt bij zijn slapen al flink grijs. Zijn strakke sportlijf is ietwat uitgezakt, maar eigenlijk ziet hij er nog prima uit voor zijn leeftijd. Hij is nauwelijks veranderd.
“Hans,” stamelend verlaat zijn naam haar mond. Hij gebaart zijn maten om de ruimte te verlaten. Ze lopen rustig weg en sluiten de deur. Ze zijn alleen. Hans loopt op haar af. [...]
lees verder →
“Hoe heb je me in godsnaam gevonden?" Ze kijkt hem met verbazing aan. Zijn ogen kijken een stuk vriendelijker na de zoen die ze hebben uitgewisseld. Het voelde zelfs enigszins vertrouwd.
“Ik heb overal mijn mensen, dus dat was niet zo moeilijk.” Ze kijkt hem vragend aan. Ze besluit er niet op in te gaan.
Ze voelt zich inmiddels iets meer op haar gemak. Haar mond is echter gortdroog en ze heeft behoefte aan vocht.
"Wil je wat water voor me halen? Ik heb zo'n dorst. Hoe lang zit ik hier eigenlijk al?"
lees verder →